Ongeveer 60% van de uitstoot van broeikasgassen bestaat uit CO2 die vrijkomt bij de verbranding van fossiele brandstoffen (aardolie, aardgas, steenkool en bruinkool). Deze brandstoffen gebruiken we voor elektriciteitsproductie, transport, verwarming, petrochemische en andere industriële processen.
Om de negatieve gevolgen van de klimaatverandering te beperken, gaan wetenschappers er van uit dat de opwarming van de aarde zeker onder 2°C ten opzichte van het pre-industriële niveau moet blijven. Om dit te bereiken zullen we in 2050 de uitstoot van broeikasgassen met 80% tot 95% moeten verminderen ten opzichte van de hoeveelheid uitgestoten in 1990.
Dat is moeilijk, maar wel mogelijk. Om de CO2-uitstoot drastisch te verminderen is het van groot belang om, naast energiebesparing, de ons resterende fossiele brandstoffen zoveel mogelijk te vervangen door 'fossielvrije', duurzame of schone energiebronnen (= die nooit opraken en niet schadelijk zijn voor het milieu). Volgens het CBS ligt het duurzame energiegebruik in Nederland op 5,9% van het totale energiegebruik en stijgt dat jaarlijks met 0,1%. In 2020 zou volgens het Akkoord van Parijs dat 14% moeten zijn en in 2030 49%, maar zover is Nederland nog lang niet.
In deze les laten we de verschillende 'fossielvrije' energiebronnen de revue passeren.